Hoe de verknipte voedselindustrie de consument bakken vol geld kost….

Niet alleen plof-vlees is een groot probleem in de voedselindustrie, ook vele andere producten die we lekker goedkoper in kunnen kopen worden daarop geproduceerd. Anders gezegd: hoe goedkoper een product in regel wordt aangeboden ( denk aan huis of C merken) hoe goedkoper deze zijn geproduceerd, hoe goedkoper de ingrediënten. Dit heeft met veel factoren te maken. We wijzen vaak onze vingers naar de fabrikant, maar vaak zijn zij juist de benadeelden in dit verhaal. We zouden onze vingers moeten wijzen naar de grote spelers: de supermarkt-ketens, en de voedselindustrie. 

43558799-fabriek-voor-de-productie-van-snoep-en-chocolade

DRUK

Onlangs zond “ Keuringsdienst van Waarde” een aflevering uit die in het teken stond van de goedkoopste supermarkt. Elke supermarkt maakt deze claim, en om deze claim waar te maken, proberen zij inderdaad op vele gebieden de goedkoopste te zijn. Ze proberen zo goedkoop mogelijk dagelijkse producten aan te bieden. Deze vallen dan vaak onder een huismerk, of een C merk. Bij de AH is zo’n C-merk bijvoorbeeld “ Basic”. Natuurlijk lijkt dit voor de consument ontzettend voordelig. En lijkt de consument juist alleen maar te profiteren van prijzen-oorlogen. Maar er zitten ook vervelende kanten aan.
Om te beginnen gaat dit erg vaak ten koste van een product. Een zeer goedkope grondstof is water. Water is kleur/geur en smaakloos, maar biedt substantie, volume en textuur. Door water toe te voegen aan yoghurt, wordt de yoghurt verdund, waardoor het groter wordt in volume, wat meer yoghurt oplevert. Gevolg is, dat o.a de eiwitten in yoghurt sterk verminderen. Niet alleen structuur en smaak verandert, ook de voedingswaarden.
Ander voorbeeld is zetmeel. ( denk aan gemodificeerd maïszetmeel, of aardappelzetmeel) Zetmeel kan alles stevig maken. Het kan zelfs dienen als behanglijm. Zetmeel is net als water een zeer goedkope grondstof. En kan een blik soep waar gewoonlijk kilo’s groente in moeten, worden gehalveerd, en worden gevuld met water en zetmeel. Wat een aanzienlijke vermindering oplevert in voedingswaarden.
En dan is daar de druk die wordt gezet op fabrikanten. Om je product in een supermarkt in de schappen te krijgen, moet je daar als ondernemer een flinke smak geld voor neerlappen. Ik praat hier niet over honderden euro’s, maar over duizenden. Fabrikanten kunnen een paar planken in de schappen “ huren” en afhankelijk van het bedrag dat hiervoor wordt betaald, wordt de plek ( beneden, of op ooghoogte) bepaald. Meestal kan een ( kleine) ondernemer voor zes maanden een plek in het schap afhuren. Verkoopt een product niet, da wordt deze uit de schappen verbannen, omdat schap-plek big business is in de supermarkt. Er gaat duizelingwekkend veel geld om in zo’n supermarkt, veel meer dan de consument ooit kan vermoeden.
Grotere spelers in de markt, zoals Coca-Cola, en Unilever maken goede deals met supermarkt-ketens. De kleinere ondernemer moet hier altijd stof happen en genoegen nemen met de “ left-overs”. De grotere spelers bekleden alle planken op ooghoogte, de displays en de sluik-reclames door de gehele supermarkt heen. De rest wordt opgevuld met kleinere fabrikanten, B- en C merken. Het grootste deel van inkomsten ligt in deze wereld voor supermarkten, niet de verkoop. Supermarkten zijn eigenlijk zeer grote etalages, die iedereen af kan huren voor duizelingwekkende bedragen.
Ben je ondernemer, en is je bedrijf best groot, maar geen grote speler, dan kun je door supermarkten aardig onder druk worden gezet. Omdat supermarkten uiteraard de goedkoopste willen zijn, zullen zij er alles aan doen om dit ook te zijn. Fabrikanten maken goede deals met supermarkten. Veel fabrikanten leven hierop. Als dit inkomen weg zou vallen, zou het bedrijf ook in veel gevallen failliet verklaard worden, zo groot is de inbreng. Supermarkten vragen fabrikanten, om hun producten nog goedkoper aan te bieden. Als je dit als fabrikant weigert, dan zegt de supermarkt negen van de tien keer “ voor jou tien anderen”. Gevolg: een fabrikant kiest eieren voor zijn geld en gaat proberen om zijn product goedkoper te kunnen produceren. Met toevoeging van water bijvoorbeeld, of zetmeel, maar ook suiker, zout en transvetten. Fabrikanten doen dit vaak met pijn in het hart, omdat hun product bijvoorbeeld topkwaliteit bezat. Maar de druk is groot.

DE ANDERE KANT

Veel consumenten zal het een worst wezen. Uiteindelijk wordt er altijd gekeken naar de portemonnee. Een beetje bewuste consument zal er waarschijnlijk wel wat meer rekening mee houden, maar de doorslaggevende factor is toch altijd de portemonnee. Ook al smaakt een product soms dan maar wat minder goed, of is het minder voedzaam.
Het ironische is, dat we uiteindelijk met zijn allen veel MEER betalen. Minder voedzame producten vragen in regel altijd om MEER. Heb jij ooit een schaaltje goedkope yoghurt gegeten? En later een schaaltje biologische yoghurt uit de biowinkel? Niet alleen verschillen de smaken enorm, ook heb je na een klein uurtje na het eten van de goedkope yoghurt alweer zin in een nieuw schaaltje. Goedkope yoghurt bestaat voornamelijk uit water. Biologische yoghurt uit de biowinkel uit yoghurt. En dus veel meer eiwitten. Het is vooral een “ mindfuck” om te denken, dat je goedkoper uit bent.
Het kan nog gekker.
We kunnen ons ook scheel betalen aan producten, die zeer goedkoper zijn geproduceerd, maar worden neergezet als iets duurzaams en kwalitatiefs. Een merk bijvoorbeeld, die zich een goed en geschaafd imago heeft weten aan te meten. Naamsbekendheid is een enorme gouden zet. Nederlanders zijn honkvast en vastgeroest aan merken. Dit kan enorm goede verkopen opleveren, terwijl alle producten vaak gewoon precies hetzelfde zijn in samenstelling. Een goed voorbeeld is de wereld van de voedingssupplementen.

VITAMINE C

Als we ergens onzeker over zijn, is het wel de vraag “ krijgen we voldoende vitaminen binnen?” Daarom zijn er inmiddels duizenden varianten en soorten voedingssupplementen op de markt. Het één nog mooier en beter dan de ander. We zien hier niet alleen een scala aan merken die over elkaar heen tuimelen, maar ook vele doseringen. Big business. Want in realiteit kost zo’n potje vitamine C bijna niets om te produceren. Laten we eens inhoudelijk gaan kijken naar een aantal potjes vitamine C.
De chemische naam van vitamine C is ascorbinezuur. Het is een in water oplosbare organische verbinding. Het kan zowel uit natuurlijke bronnen worden gemaakt, als synthetisch. Ascorbinezuur is een voorbeeld van synthetische vitamine C die veel gebruikt wordt in supplementen. Natuurlijke supplement bronnen van vitamine C zijn bijvoorbeeld Acerola, Camu Camu en Amla. Hieronder een kleine opsomming van diverse andere voedselbronnen:
Over het algemeen wordt vitamine C uit groente en fruit zeer goed door ons lichaam opgenomen. Synthetische vitamine C hebben dezelfde biologische beschikbaarheid, ze worden ongeveer net zo goed opgenomen. Een dosis synthetische vitamine C in pilvorm van maximaal 180 mg ( dat is meer dan dagelijks nodig is) wordt voor tenminste 80% door ons lichaam opgenomen.  Het belang van flavonoïden bij de opname van vitamine C is nog onvoldoende aangetoond. De vitamine C-inhoud in eenzelfde stuk groente of fruit kan sterk verschillen: de hoeveelheid vitamine C in sinaasappels, afkomstig van dezelfde plantage, verschilt zelfs per sinaasappel. Het opslaan van en bewerken (koken e.d.) van voedsel beïnvloedt de hoeveelheid vitamine C. Zo wordt vitamine C uit rauwe broccoli 20% minder goed opgenomen dan die uit gekookte broccoli. Terwijl men juist denkt, dat rauw voedsel de meeste voedingsstoffen behouden.
Synthetische vitamine C wordt wereldwijd vervaardigd. Er staan bijvoorbeeld fabrieken in China, Amerika en verschillende delen van Europa. Zeker 95% van alle voedingssupplementen zijn synthetisch vervaardigd. Wat er eigenlijk gebeurt, is dat een vitamine in een laboratorium wordt nagemaakt met synthetische ingrediënten. Er worden veel chemicaliën gebruikt. In basis wordt olie gebruikt, hiervan wordt geprobeerd om de moleculaire structuren van vitaminen na te bootsen. Koolteer vormt de basis van ontzettend veel synthetische vitaminen en mineralen. Hieraan worden dan nog stoffen als nicotine, alloxal, en andere vrij nare stofjes als chlorine, een synthetisch ammoniak, toegevoegd. De basisstoffen worden dus vanuit verschillende fabrieken wereldwijd geleverd aan fabrikanten. Vrijwel ALLE potjes synthetische vitamine C zijn EXACT HETZELFDE. Of het nu afkomstig is van een fabriek in China, of in de USA, ascorbinezuur = ascorbinezuur. Er kunnen enkel enige verschillen voorkomen in verdere toevoegingen aan de geïsoleerde stoffen, maar in basis blijft ascorbinezuur gewoon ascorbinezuur.
Als je denkt, dat dit alleen gebeurt bij vitamine C supplementen, heb je het mis. Meer dan 95% van alle voedingssupplementen worden synthetisch gemaakt. Dus OOK vitamine B12. Of vitamine D.  Net als in kokosolie kunnen de prijzen zoals je ziet extreem uiteen liggen voor praktisch hetzelfde.

NATUURLIJK IS NIET ALTIJD NATUURLIJK

Op veel potjes zien we “ 100% natuurlijk” staan. Natuurlijk mag vrij worden gebruikt in de voedselindustrie. KLIK HIER om alles over de claim 100% natuurlijk te lezen. 100% natuurlijk kan daarom enorm breed worden uitgemeten. Tenzij een fabrikant 100% garant kan staan voor zijn natuurlijkheid, bijvoorbeeld middels keurmerken en certificaten, kan een product worden bestempeld als “ 100% natuurlijk”. Alles wat daarbuiten valt ( de 95% voedingssupplementen) kunnen we met een flinke korrel zout nemen. En in het ergste geval veel teveel voor betalen, zoals je hierboven hebt kunnen zien.
IMG_1155-1200x800

Kwaliteit of kwantiteit?

Heb je wat te besteden, dan kun je de keuze maken om alleen bij kleinere ondernemingen in te kopen, die bovendien biologisch en 100% natuurlijk uitbaten. Kleinere ondernemingen als Eko Plaza, Marqt, en de grotere natuurvoedings-supermarkten kiezen vaker voor streekgebonden producten, producten uit eigen land, en hoogst haalbare kwaliteit. Natuurlijk worden ook hier onderlinge stevige afspraken gemaakt en lucratieve dealtjes gesloten, maar dit heeft lang niet zoveel impact op een fabrikant, en fabrikanten worden niet of nauwelijks onder druk gezet. Het is uiteraard nobel als je je dit kunt veroorloven. Maar de realiteit in Nederland is anders en er is veel ( stille) armoede. Als je portemonnee de baas is, in plaats van jezelf, dan zijn keuzes zo gemaakt. Er wordt dan vooral gekeken naar voedzaamheid in een zo goedkoop mogelijke vorm. En dat betekent vaak kiezen voor kwantiteit en goedkoop in plaats van voedzaamheid en kwaliteit. Zoals ik eerder schreef, bevat goedkopere yoghurt nu eenmaal minder voedingswaarden dan yoghurt waaraan bijvoorbeeld geen water of melkpoeder aan is toegevoegd Het eiwitgehalte daalt. Een stukje kip opvullen met water noemen we niet voor niets een plofkip. Het vergroot het stukje kip aanzienlijk, maar niet in voedingswaarden. Onze ogen zien een groter stukje kip voor veel minder. Heb je weinig te besteden, dan is de keus snel gemaakt en ga je waarschijnlijk voor de plofkip.

In dit daglicht gezet wordt de consument min of meer ook ” gedwongen” om goedkopere producten te kiezen, waar geen of nauwelijks voedingswaarden aan blijven kleven. Soms is het gewoonweg geen kwestie van kiezen, maar een kwestie van noodzaak. De cirkel is rond.

WAT KUN JE ZELF DOEN?

LEES ETIKETTEN. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Je vind de meest zinvolste informatie in de ingrediënten lijsten/tabellen en de voedingswaarden. Laat je niet om de tuin leiden door een bekend merk, of een reputatie van een bepaald merk. Laat je niet in de val lokken met kreten als ” 100% natuurlijk”. Tenzij een fabrikant een 100% complete garantie kan bieden op 100% natuurlijkheid, biologische certificering, en de fabrikant kan dit ook aantonen, dan kun je overwegen om dit product te kiezen als het ook duurder is dan meest gangbare.

KIJK EN VERGELIJK.  Leg vergelijkbare producten naast elkaar en vergelijk de voedingswaarden. Vaak vind je alleen in voedingswaarden de echte verschillen. In ingrediëntenlijsten wordt niet altijd alles vermeld. Zo wordt er bijvoorbeeld bijna nooit vermeld dat er ( veel) water aan is toegevoegd. Dit lees je bijvoorbeeld niet terug op een pak yoghurt. Wel lees je dit verschil in eiwitten en andere voedingswaarden terug in de voedingswaarden.

MIJD LUXE VERPAKKINGEN In regel geldt: hoe meer verpakkingsmaterialen, en hoe luxer, hoe duurder de verkoopprijzen. Natuurlijk is een pak melk met een handig uitschenkdop super-handig, maar daar betaal je meteen ook zo’n 25 eurocent meer voor.. 

4 Reacties op “Hoe de verknipte voedselindustrie de consument bakken vol geld kost….

  1. Goedemorgen Monique :o)
    Hartelijk bedankt ook weer voor dit interessante artikel!
    Zelf gebruik ik Esther C tabletten van VitOrtho. Is dit een goede keuze? Alvast bedankt!!

  2. Bedankt weer Monique voor dit interessante artikel, top dat je dit doet ????

  3. Zoooo interessant! Zou jij misschien een lijst van de meest gangbare boodschappen kunnen vergelijken. Zodat wij kunnen zien waar het dan misgaat en waar we op kunnen letten?

    Groet,
    Merel

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *